Lezing ‘Stilstaan in een versnellende wereld: een dialoog’
- Lieven Migerode
- 3 uur geleden
- 18 minuten om te lezen
Lieven Migerode
Congres EFT Belgium vzw
Leuven, 28 November 2025.

Woorden
Ik ga ter aanvulling van de actie van meneer Petit en de emotionele lezing van Jef iets meer beroep doen op jullie taal en denkvermogen. Ik laat ook af en toe een stilte zodat mijn woorden eventueel kunnen resoneren.
Woorden.
We pogen de werkelijkheid te grijpen met woorden. Het is een poging die nooit volledig kan slagen.
Dat vormt een voordeel en een beperking.
De relatie tussen ervaring en de taal is complex en circulair.
De ervaring blijft de taal ontsnappen, in het nog niet verwoordbare en het onzegbare.
In de andere richting van de circulaire verhouding gaat taal, dus de concepten, de waarneming en het waarneembare beïnvloeden. Woorden delen de stroom van de ervaring op en vormen op deze wijze mee wat we in ervaring kunnen opmerken, zien, en voelen.
De woorden uit de focus van dit congres en de woorden in deze lezing leven in deze complexe relatie met de ervaring.
‘Kunst’, ‘psychotherapie’, ‘stilstaan’, ‘tijden van’ en ‘versnelling’, zijn prachtige pogingen om delen van de ervaring, delen van de werkelijkheid, te vangen zodat we haar, in dialoog, kunnen delen met elkaar.
Dankzij de woorden kunnen we samen denken.
Mijn hoop is dat de woorden die hier gedacht en gesproken worden op hun beurt de ervaring gaan ordenen.

Woorden zijn echter niet zomaar betekenissen. Woorden hebben de eigenaardigheid om vaak hun omgekeerde betekenis in zich te dragen. Woorden zitten in een dialogische spanning met hun spiegelbeeld.
Een voorbeeld om dit te verduidelijken: het woord ‘licht’. Als het woord ‘licht’ in zijn omgekeerde verwijst naar ‘donker’ dan vatten we een andere ervaring dan wanneer het woord ‘licht’ verwijst naar zijn tegengestelde ‘zwaar’. Licht (donker) is anders dan licht (zwaar).
Ook voor relatiewoorden maakt hun omgekeerde deel uit van een relatiewoord en daarom zal deze relationele dialectiek door deze lezing zwemmen.
Om ook hier een voorbeeld te noemen: we kunnen als personen enkel een ander iemand nabij zijn als er tussen deze personen afstand is.
Dat geldt dus ook voor de woorden van dit congres: stilstaan is dus een beweging, je doet iets anders dan doorlopen.
Je onderneemt een actie, je beweegt zodat je stilstaat.
Dat wij taal gebruiken heeft vele voordelen. Laat ons evenwel niet vergeten dat taal de werkelijkheid ordent en dat zij hierdoor de ervaring noodzakelijk zal versimpelen.
Aan ons om de taal te begrijpen als dialectisch en de echo van de dialectiek te horen. Zo benaderen we de stroom van de ervaring beter dan wanneer we woorden als enkelvoudige heldere werkelijkheden hanteren.
Aan ons ook om bewust te blijven van het werkelijkheid scheppende van concepten en woorden. Ook onze EFT-woorden ordenen de ervaring en versimpelen deze.
Daarom verdienen de woorden uit de titel van dit congres dat we even vertragen om hun dialectische karakter tot ons te laten doordringen.
Laten we, om te beginnen, stilstaan bij ‘de tijden van versnelling’.
1. Tijden van versnelling.
Versnelling vormt in de titel van dit congres de context van de rest van de zin.
Meer precies vormt de deelzin: ‘in tijden van versnelling’, de omgeving waarbinnen we ‘stilstaan’ en ‘de kunst van psychotherapie’ pogen te begrijpen.
Het is belangrijk om, ook bij stilstaan, de context niet uit het oog te verliezen. Anders kijkt stilstaan alleen naar binnen. Dat is gevaarlijk! Het inherente relationele karakter van ervaringen zou dan uit het oog verloren worden.
Een aanvoelen van tijden van versnelling is niet nieuw.
Dat verklaart waarom Seneca, de stoïcijn, 2000 jaar geleden al klaagde over de leegheid van mensen.
Seneca klaagt aan dat sommige mensen (ik citeer onrechtstreeks) voortdurend vertier en verstrooiing zoeken, en op die manier vluchten voor zichzelf.’
‘De tijden’ in de titel stellen dus de vraag of er iets specifiek is aan de versnelling in onze tijd? Wat is er nu eigen en anders dan toen Charlie Chaplin in 1936 Modern Times draaide? Hoe straalt onze tijdscontext af op stilte, verstilling, en de kunst van psychotherapie?
Als we zouden vaststellen dat er in onze tijd sprake is van versnelling van de versnelling, stelt zich de vraag of er dan een verstilling van de verstilling en een verdieping van de vertraging nodig is om in evenwicht te blijven?
Biedt psychotherapie een antwoord op deze nood?
Is psychotherapie dan meer dan ooit van belang?
Of is psychotherapie een doekje voor het bloeden?

VERSNELLING.
Wat is versnelling?
In zijn meest simpele verwoording is versnelling een toename van snelheid.
Dat laat zien dat er dus altijd al een bepaalde snelheid aanwezig is, bovenop dewelke deze bijkomende versnelling kan begrepen worden.
Ik laat mij bij het stilstaan bij ‘versnelling’ inspireren door Hartmut Rosa en zijn werk ‘Leven in tijden van versnelling’.
Welke versnelling kunnen we volgens Rosa vaststellen?
1. Technische versnelling. Sinds de industriële revolutie is veel van de technische ontwikkeling erop gericht tijd te winnen, tijd te sparen… en toch we lijken nooit tijd te hebben.
- Eén voorbeeld ter verduidelijking: e-mailen versus briefschrijven.
Een brief vraagt meer tijd om te schrijven en is langer onderweg, dus een antwoord komt ook trager.
- Een minder zichtbaar gevolg van deze technologische versnelling is dat tijd voorrang krijgt op ruimte.
Immers je Canadese collega is nu even ver weg dan je buur.
De tijd vervliegt en de ruimte verdwijnt.
Zorgen en problemen van duizenden kilometers ver komen zomaar in real time bij ons binnen. De afstand die ons afschermde van verre invloeden valt weg.
Tegelijk groeit de afstand tot de mensen dichtbij. We hebben vrienden in Sevilla maar kennen onze buren niet.
- Ook in EFT is er technische versnelling: alle opleidingen zijn nu online te volgen. Daardoor kan je steeds meer opleiding volgen, maar raak je tegelijk ook steeds meer achterop.
Er is zoveel dat je nog niet gevolgd hebt.
- Kinderen en ouders merken dat Smartschool binnendringt in het gezinsleven. Ook hier valt het ruimtelijk onderscheid tussen school en thuis weg.
- Koppels en vrienden sturen whatsapp-berichten en raken geïrriteerd omdat het blauwe vinkje aanstaat en er nog geen antwoord gekomen is.
2. Versnelling van de maatschappelijke verandering. Beroepen een waarden waren lang intergenerationeel stabiel (de bakker zijn zoon werd een bakker die ook hard wilde werken), dit evolueerde naar beroepen en waarden die per generatie veranderen, en in onze tijden naar meerdere carrières in een leven.
Hierdoor worden waarden en identiteiten vloeibaarder. Waar we voor staan en wie we zijn verliezen houvast.
a. Met deze maatschappelijke veranderingen en deze fluïditeit ontstaat ook druk om te beslissen of je nog in het voor jou gepaste leven zit. Zeker voor adolescenten is dit niet makkelijk: tegen welk kader moet je je nu afzetten om een identiteit te ontwikkelen? Maar ook volwassenen zijn op zoek naar hun Zelf, naar ‘wie ben ik?’. En uiteraard daveren relaties mee op deze vloeibaarheid van het leven.
b. Een ander gevolg van de maatschappelijke versnelling is de ‘krimp van het heden’, we leven in een NU dat steeds korter wordt. Dat nu, dat heden, raakt ook gefragmenteerd, waardoor er een gebrek is aan verbindende verhalen, verhalen die de fragmenten weer samenvoegen in een geheel.
Ook dat is onze rol: coherentie zoeken en maken.
c. We krijgen dus individuen, stellen en gezinnen te zien die met deze versnelling van waarden en identiteiten en relatievormen worstelen. We zijn nog niet in het reine met het NSG of we dienen, als cliënten en therapeuten, al om te gaan met ‘het recht om zijn donor te kennen’. In de BJZ en de psychiatrie vinden we genogrammen die niet meer op één blad kunnen.
Onze identiteit wordt gevormd en onderhouden in relaties, in de ogen van de belangrijke anderen. Hoe doen we dat als die belangrijke anderen zo volatiel zijn?
d. De vraag ‘wie ben ik en hoe leef ik een goed, een gelukkig leven?’, wordt steeds moeilijker te beantwoorden omdat waarden en normen zo snel veranderen, dat waarden voor velen nog amper zekerheid bieden. De snelle verandering in waarden maakt het aangaan van veilige relaties niet makkelijker.
Versnelling maakt onze EFT-waarde: het en zoeken/vinden van veilige verbinding tegelijk meer noodzakelijk, én meer complex.
e. Voor EFT. Doorheen de versnelling van de verandering in waarden dragen wij, en onze cliënten, beiden verschillende waardensystemen in ons. Op zich kan dat heel verwarrend en verlammend zijn, het maakt stilstaan niet makkelijker. Als we stilstaan komen we in een maalstroom terecht. In therapie roept dat de vraag naar focus op: gaan we stilstaan bij deze waarde, of bij de snelle en conflicterende waarden in onszelf en onze cliënten, of bij het verlies van houvast?
3. De versnelling van het levenstempo. De bovenstaande versnellingen leiden tot een versnelling van het levenstempo. De hedendaagse mens heeft heel vaak het gevoel geen tijd te hebben.
Deze versnelling dienen we te verstaan als de toename van het aantal handelingen per tijdseenheid: meer doen en beleven per uur, per dag, per jaar, …in een leven.
Mensen gaan tijd als schaars ervaren en gaan zich opgejaagd voelen: we tafelen korter (tussendoor), slapen minder lang, eten terwijl we op de laptop zitten, kant en klaar eten vervangt het koken, terwijl we op onze smartphone lezen... Deze versnelling is doorgaande, bijna onmerkbaar aanwezig, zodat we ze vooral merken als we buiten adem zijn en ons lichaam, onze relaties, onze aandacht, onze geest niet meer kan volgen. Als iets in het web van verbindingen knapt.
We zijn allemaal kikkers in versnellingswater dat langzaam wordt opgewarmd.
Tot we opgebrand zijn: “Ik heb tijd nodig om te bekomen, maar die tijd is er niet!”
Deze beweging stelt de vraag: wat drijft deze versnelling aan?
In het kapitalistische systeem waar we allen al een paar honderd jaar in leven is groei essentieel om het systeem te onderhouden. We moeten blijven innoveren, efficiënter worden.
Efficiënter worden is meer doen per tijdseenheid. Ook dat is een definitie van versnelling. Meer doen in een uur, meer doen in een dag, meer reizen in een leven…
De versnelling is nodig om te blijven functioneren. Rosa noemt dit een endogene versnelling die zorgt voor een dynamische stabilisatie. We moeten groeien om hetzelfde te blijven.
Ook buiten het economisch circuit geldt deze dynamische stabilisatie: onderzoek moet altijd nieuwe dingen bereiken, moderne kunst gaat over het verleggen van de grenzen, we verbeteren ons zelf om onszelf te vinden…
Deze nood tot groei zorgt voor concurrentie op alle vlakken en in alle richtingen. Rosa gebruikt het beeld van de dalende roltrap waar we op leven. We moeten blijven klimmen op de roltrap om minstens ter plaatse te blijven.
Een voorbeeld: als we dit congres niet op tijd aangekondigd hadden, dan had iemand anders deze datum en zaal ingepikt. Of een gekend voorbeeld uit het gezinsleven: je zit om middernacht klaar om in te schrijven voor de kampjes van de kinderen, of alleen de snellen vinden zwemles voor hun kinderen,…
In deze context van dynamische stabilisatie is stilstaan gelijk aan achteruitgaan.
Als je niet digitaal geletterd en up-to-date blijft val je overal buiten.
We leven niet op slechts één roltrap, maar op verschillende roltrappen tegelijk: in onze carrière (je moet nu publiceren anders doet iemand anders het, je moet nu je praktijk updaten met een nieuwe website anders word je voorbijgestoken), we moeten onze vrienden onderhouden als we vrienden willen houden, we moeten werken aan onze relatie om ze goed te houden, zelfs wij, als persoon, moeten voortdurend groeien om mee te kunnen, we moeten ons lichaam en geest en relaties ‘verbeteren’ om de versnelling aan te kunnen, …
In dit verbeteren, versnellen, om minstens ter plaatste te blijven, is er geen eindpunt meer. We lopen naar een lijn die steeds voor ons opschuift. Je prestatie moet altijd verbeteren of je wordt onbelangrijk.
Er is geen rustpunt meer… een doel dat je haalt waarna je op je lauweren mag rusten. Daardoor is stress permanent. Je komt nooit meer over de meet…
Zijn we ooit goed genoeg als partner, is onze relatie goed genoeg, zijn we goed genoeg als ouders? Zijn we ooit goed genoeg?
In die zin zijn angst, stress, schuld en schaamte ook gerelateerd aan de tijdsgeest van versnelling.
Deze emoties in deze context stellen ook de vraag met welke onvolkomenheden in onszelf, in onze relaties, in ons ouderschap kunnen en willen leven?
Waar in het naoorlogse Europa versnelling de belofte aan verbetering en optimisme inhield, lijkt er nu sprake van een cultureel pessimisme: versnelling is er steeds meer enkel ter handhaving van onze plek op de roltrap. Cultuuroptimisme heeft plaatsgemaakt voor cultuurpessimisme. Dat is vooral nefast en lastig voor de jongere generaties.
Ik vrees dat vooral ouders en jongeren met deze combo te maken hebben: groeien zonder rustpunt, groeien om te behouden… Zien we hen in de praktijk?
Verder is het logisch dat iedereen die door gegeven talent of gevonden omstandigheden niet zo snel rennen kan, veel last heeft van deze druk. Zien we dit in onze praktijken of zijn onze praktijken ook te ‘snel’?
Zien we hen in de praktijk?
In een recent krantenartikel over vrouwen die een carrièreswitch maakten en bakker werden, valt op dat de geïnterviewden een handelsingenieur en een arts zijn die al bakkend gingen vertragen. Moet je in deze tijden ook bevoorrecht zijn om uit de ratrace te kunnen stappen?
De versnelling wordt ook aangedreven door onze kijk op het ‘goede leven’: een verlangen naar uitbreiding van wat bereikbaar, beschikbaar en toegankelijk is.
Voor de meeste mensen is geld aantrekkelijk, ook voor psychotherapeuten. Waarom? Geld geeft je meer toegang tot wat bereikbaar, toegankelijk en beschikbaar is. Je kan verder reizen, mooier wonen, beter eten…Dit verlangen naar uitbreiding van je leefwereld zit ook in de fiets die je als tiener krijgt: die maakt grotere delen van de omgeving bereikbaar, toegankelijk en beschikbaar.
Je kan naar de Oude Markt met je vrienden.
De smartphone brengt een explosie van bereikbaarheid, toegankelijkheid en beschikbaarheid: van mijn vrienden, alles wat ik ooit zelf schreef, alle kennis en alle muziek die ooit werd opgenomen…
Een gevolg van die gerichtheid op optimalisatie en groei brengt een inherente objectivering van het ‘andere’ met zich mee. Dit met inbegrip van ons lichaam dat we moeten optimaliseren (om met de versnelling mee te kunnen).
Inherent is dit een houding van agressie. We buiten de planeet en de natuur uit. Alsof de natuur het andere is, een object i.p.v. dat wij er deel van zijn. Dezelfde agressie treedt op tegen het eigen lichaam. Dan is het lichaam ‘het andere’. Zo speelt Descartes vergissing nog altijd zijn rol.
Om het Batesoniaans te duiden:
Versnelling is onderdeel van een geschiedenis van beheersing (van de wereld, de ander, de natuur…). Beheersen is lineair en impliceert dat we geen deel zijn van, of verbonden zijn met, datgene we beheersen. We nemen zo afstand van ons Zelf, ons lichaam , de ander, de natuur en het Heel-Al.
De fundamentele fout die in deze beheersing zit is dus dat wij ons hierdoor impliciet buiten het Heel-Al zetten, terwijl we er zelf deel van uit maken.
Door deze houding van gebruik, objectivering en agressie vervallen we ook vaak in cijferfetisjisme, of parametrische optimalisatie.
Eens een gemeten cijfer bestaat kunnen we het verbeteren. Een cijfer is geen einddoel maar iets om te verbeteren.
We gebruiken getallen omdat die lijken houvast te geven voor waar we staan. Meten is weten. De eerste 1000 dagen, 2000 calorieën per dag, we vergelijken onze ‘likes’, het aantal publicaties, …. Zelfs wat in het nieuws blijft wordt bepaald door clicks en niet door het wereldgebeuren op zich.
Getallenfetisjisme leidt verder tot de “excellisering” van de wereld. Zowel wie werkt in de zorg, als de mensen in het onderwijs, als de mensen in het bedrijfsleven besteden steeds meer tijd aan meten en minder aan wat hun motiveert in hun taak.
In alle gevallen gebeurt na een tijd hetzelfde: het getal, dat een operationalisatie is van een emotionele of morele waarde en dat bedoeld is om te kunnen vergelijken, wordt het doel terwijl het doel zelf verloren gaat.
Haal ik mijn 10K stappen wordt belangrijker dan de vraag of mijn cardio-onderhoud voldoende is, de eerste 1000 dagen gaan de nood aan een blijvende afgestemde relatie met het kind overheersen, of de vragenlijst bij opname ingevuld is, wordt belangrijker dan het onthaal.
Het getal wordt een factor van stress i.p.v. een hulpmiddel.
Mogelijk speelt dit ook onder ons. Als je merkt dat je collega meer opleiding volgt en je enthousiast spreekt over “Jen & Kathryn EFT-café”? Als je merkt dat zij kan spreken over de lesvideo die ze kocht…
We zien in onze praktijken koppels, gezinnen en individuen die elkaar of zichzelf verantwoordelijk achten voor de stress die van buiten binnenkomt.
“Ik heb te weinig gedaan…”
We stellen als therapeuten vast dat de versnelling en de druk tot versnellen vaak worden getriggerd door de angst om achterop te raken, door de angst niet meer mee te kunnen, door de angst er anders niet meer bij te horen. De tijden van versnelling kunnen ons helpen deze angst te kaderen.
Naast concurrentie en het verlangen naar uitbreiding van wat bereikbaar, beschikbaar en toegankelijk is kunnen we ook opmerken dat (voor velen) het wegvallen van het eeuwige leven eigen is aan onze tijd en ruimte. We stellen niet meer uit tot het hiernamaals, daarom moet het nu hier gebeuren.
The future is now.
FOMO.
Ook dat zorgt voor versnelling.
De noodzaak tot groei haakt in elkaar met de technologische versnelling en zorgt voor een kwadrateren van de versnelling.
Soms bijt de versnelling in haar eigen staart en leidt ze tot (ongewenste) verlangzaming. Dat zorgt voor paradoxale stress. We doen ons best om mee te kunnen en net daardoor lopen we vast.
a. Ten eerste zorgt versnelling soms inherent voor vertraging.
We kochten met zijn allen auto’s om ons sneller te verplaatsen, nu staan we uren in de file. We sturen e-mails i.p.v. van brieven want dat gaat sneller, maar nu raken we niet meer door onze in-box.
Aan de horizon duikt de vertraging op door de steeds snellere manier waarop we met zijn allen CO2 de lucht in pompen. Deze angst komt ook onze therapie binnen. Hoe zullen we hiermee omgaan? De angst temperen? Of is het beter deze angst door te werken tot een actietendens?
b. Ten tweede zijn er nu eenmaal processen die hun biologische grenzen hebben.
Hoeveel informatie kunnen we binnenkrijgen zonder overladen te worden (elke gebruikte computer bevat het equivalent van 500K boeken).
Verkoudheden genezen is nog steeds niet versneld te genezen. Dat duurt 14 dagen met pillen en twee weken zonder.
In EFT ontmoeten we ook mensen die flipperen tussen de noodzaak tot versnelling en wat niet versneld kan worden
Deze begrenzing aanvaarden, zoals bij rouw, in een context van versnelling, is niet makkelijk. De angst en de druk duwt naar een versnelling van processen die hun eigen snelheidsgrenzen hebben. We zitten in een split.
Dit willen versnellen van het eigen tempo komen we tegen in partner- en gezinsrelaties. Onder stress willen we ‘nu’ een oplossing. Dat zien we ook bij de fixer in de therapeut.
Koppels, individuen of partners doen uitspraken als: “Ik heb het weekend nodig om de week weer aan te kunnen.” Dit is een verlangzaming ten dienste van de versnelling.
De uiteindelijke implosie van dit versnellingsproces, het botsen met de grenzen van onze biologie, zien we in de burn-out, het chronisch vermoeidheidssyndroom en de depressie.
We kunnen de gevolgen van versnelling best omschrijven als een gevoel van vervreemding.
Die vervreemding gaat zowel over vervreemding van de anderen, van het zelf, van het lichaam, van de wereld, van de dingen, als van het Heel-Al.
Lijden niet alle patienten aan vervreemding? Depressie als vervreemding van de wereld, burn-out als vervreemding van het lijf, relatie en gezinsproblemen als vervreemding van elkaar?
Vervreemding van elkaar waar verbinding er het meest toe doet is extra pijnlijk en verstorend.
In verveemding wordt ik niet meer geraakt door de wereld en de wereld raakt mij niet meer. Ik spreek niet meer tot de wereld en de wereld spreekt mij niet meer aan. Het is koud en donker buiten en koud en donker in mij. Angst weerspiegelt dan het onvoorspelbare dreigende van de wereld.
In onze gegeven fragiliteit, eenzaamheid en geworpenheid vervliegt ook de zingeving.
Moet het antwoord in psychotherapie dan ook existentieel zijn?
Het antidotum, een niet-vervreemde relatie tot zichzelf, de ander en de wereld, kunnen we best beschrijven in het woord ‘verbinding’. Een verbinding waarin ik naar het andere kan bewegen en door het andere bewogen wordt.
In verbinding kan er niet alleen veiligheid groeien maar ook zin. Stilstaan bij versnelling betekent dus begrijpen hoe vervreemding samengaat met deze versnelling.
Aliënatie, vervreemding volgt uit versnelling. Daarom is resonantie, verbinding en liefde het antwoord waar wij mee bezig dienen te zijn.
Verlangzaming lijkt dan een logisch antwoord. Maar dat is maar een begin. De verlangzaming dient gericht te zijn op wat Rosa ‘resonantie’ noemt. Dat is verbinding met een inhoud.
Wanneer we intentioneel verlangzamen, zoals in psychotherapie, dan is dit een stilstaan om resonantie te herstellen, terwijl we ons bewust zijn van de versnellende wereld.
Therapie is dan, net als onze opleidingen, het bouwen van een ‘verlangzamingsoase’.
In onze opleidingen gaan we zo traag om het leren de kans te geven om diep te worden, om het geleerde in te lijven.
Hoe begrijpen we resonantie?

RESONANTIE: BEWEGEN EN BEWOGEN WORDEN.
Resonantie komt uit de muziek en kan enkel tussen twee instrumenten die van elkaar onderscheiden zijn.
Waarbij de klank die weerklinkt in het ontvangende instrument altijd de eigen kleur van dit lichaam/instrument zal behouden ondanks het meetrillen met de klank die het eerste instrument maakt.
In deze zin raken het unieke en het universele elkaar. Twee keer is verschil een voorwaarde. Resoneren is niet samenvallen. Net zoals in zoals in hechting.
In deze lezing is resonantie verwant aan stilte, stilstaan en verstilling.
Verbinding groeit in Stilstaan bij bewegen en bewogen worden (resonantie)
4 Kenmerken van resonantie volgens Rosa
- Af<-fectie. Bewogen worden (lm). Je hoort een oproep van de, van het andere. Dat bewogen worden is niet enkel ontroering maar alle bewogen worden, ook in boosheid of pijn.
- E->motie. Je beweegt naar dat andere, vb. een traan. Je reikt uit naar het andere. Affectie + emotie wordt verbinding, dit betekent relatie en circulariteit. Niet alleen raakt het andere jou, je beweegt (movere) en het andere, de ander wordt door jou geraakt, dit is agency, invloed. Dan voel je je in leven.
Terzijde: De zure opmerkingen op sociale media kunnen begrepen worden als pogingen tot relatie, vertrekkend uit een vervreemde positie. De enige verbinding die het echter oplevert is die met de andere verzuurden. Als politiek hier een weerspiegeling van is dan bevinden velen zich in deze vervreemde positie.
- In het proces van resonantie worden we veranderd. Resonantie is transformatief. Veranderd worden in relatie tot het andere is gelijk aan leven, met een grote L. Afwezigheid van bewogen worden en bewegen is doods.
In een resonante relatie worden beiden veranderd. We blijven niet dezelfde eens we in verbinding treden. In verbinding controle houden, houdt dus leven tegen.
- Deze resonatie is niet maakbaar, is onvoorspelbaar. Hoe hard we ook onze best doen, resonantie blijft uiteindelijk een geschenk. We kunnen de randvoorwaarden bewerken maar niet het resultaat kopen.
o Resonantie kan niet gedwongen of gecontroleerd worden
o Resonantie heeft altijd een open einde wat zijn effecten of resultaten betreft en in die zin daagt het de logica van de optimalisatie, van de versnelling uit.
o De resonantie die hier mogelijk plaatsvindt tijdens mijn lezing, hangt niet alleen af van wat ik zeg, en hoe ik het zeg, maar evengoed van jouw toestand en aandacht. En als er hier vandaag in de lezingen, in de ontmoetingen, in de workshops iets van resonantie plaatsvindt dan is het onvoorspelbaar hoe deze jullie en mij in ons leven zal beinvloeden. Hoe we anders zullen horen en meevoelen, hoe we zullen spreken en verschijnen binnen en buiten therapie. Wat er uit deze golven zal verschijnen is onvoorspelbaar.

Ik wil er graag aan toevoegen dat deze resonantie alles te maken heeft met zingeving, zinbeleving en zo maakt het existentiële deel uit van ons werk. Wat ons raakt toont ons zijn waarde, en dus ook een waarde die in ons leeft.
Bewogen worden is essentieel om je Zelf te vinden. Stilte, stilstaan en verstilling vormen hiervoor een voorwaarde.
Je herkent als therapeut het therapeutisch proces. Onze wegenkaarten (fases, taken, en tango) brengen ons dichter bij de kans op groei (resonantie) maar zijn er geen waarborg voor en de uitkomst blijft ons verrassen en daarom ontroeren.
In de verstilling en het meetrillen ontstaat soms een versnelling, een tweedeorde-verandering, een groei.
Maar omwille van het niet maakbare van resonantie blijft psychotherapie, ook met de beste kaarten, een aura van onvoorspelbaarheid bewaren.
Die bescheidenheid laat ons steeds verwonderd blijven over de beweging die in stilstaan ontstaat.
Zo blijven we in resonantie.
Stilstaan en resoneren doen we ook samen. Voorheen zorgde de algemene cultuur voor momenten van verstilling: op de zevende dag rustten zij. Onze aanwezigheid is een kans tot resonantie voor onze patiënten.
Het is helpend om momenten van resonantie op te zoeken in gemeenschap. Zoals bij opleiding en supervisie, zoals bij dit congres. Zonder die gemeenschapscontacten raken we allen de vertraging van EFT vroeg of laat kwijt. Zoals velen hier weten, we gaan altijd weer mee in de versnelling in therapie.
Dat is omdat we in deze individualistische en meritocratische cultuur ook als therapeuten te veel denken dat vertragen en verstillen vooral een verdienste zijn van het individu.
In onze EFT-gemeenschap zijn, bij intervisie, supervisie, tijdens een opleiding helpt ons dan weer in contact te komen met verstilling en vertraging.
Een toestand van vervulling midden stilte en stilstaan vindt zijn tegendeel in een gevoel van leegte midden de drukte.
Ook zo zijn we erkentelijk voor de context van versnelling. We erkennen de invloeden van versnelling en alleen zo kunnen we verstillen.
Iets of iemand ‘er-kennen’ in zijn of haar bestaan zal altijd en noodzakelijk voorafgaan aan het ’kennen’ ervan.

Waar erkenning iets is wat je aan iemand of iets ‘schenkt’, is resonantie iets is dat gebeurt ‘tussen’ twee entiteiten.
Dat komt neer op Liefde. Bereid zijn de anderen te zien, en graag te zien. Zodat we door hen bewogen worden en hen kunnen helpen om terug vrijer te bewegen in het bewogen worden.
DE KUNST VAN PSYCHOTHERAPIE
We hollen met hoge hartslag en ademhaling en pijnlijke spieren en een verscheurde ziel als gevolg. We hollen zo snel als we kunnen, en raken toch niet mee.
Patiënten voelen zich vastzitten.
Zij zijn uit resonantie gevallen. Het herstel van bewegen en bewogen worden is moeilijk temidden van de versnellling.
Daarom spreken we over de kunst van psychotherapie.

De vraag om hulp is een zoeken om aan de stilstand te ontsnappen en toch terug door te kunnen gaan. Is het goede hulp om hieraan te pogen voldoen? Nog snel even naar de psycholoog, gezinstherapie in de speeltijd van het kind, gehaast naar de yogales? Bestaat er een gevaar dat ook stilstaan een bijkomende taak wordt, nog een to-do erbij? Om het vastzitten nog even uit te stellen? Om toch controle te houden?
Zoals een paracetamol bij occasionele hoofdpijn.
Het is goed om waakzaam te zijn als hulpverlener.
En om eerst stil te staan bij de stilstand zelf.
Zelfs als iets er iets vastloopt of breekt is er in ons iets dat nog doorloopt en wil doordoen. In de actie die bezig is: verder hollen of verder verdoven. Beiden gericht op niet stilstaan bij de stilstand, bij het vastzitten.
Daarom is stilstaan om te zoeken naar resonantie zo angstaanjagend. Het legt de vervreemding bloot.
We zoeken dus een stilstaan dat bewegen brengt, ondanks de context van versnelling.
Ons in die dualiteit bewegen is een kunst. We dienen daarvoor vaardig te zijn en iets te kunnen. Maar er is meer nodig dan kunnen.
Dat ‘meer’ is de kunst van psychotherapie.
Kunst werd ooit gezien als het prachtig weergeven van de werkelijkheid. Hedendaagse kunst wordt vooral begrepen en geroemd omdat de kunst en de kunstenaar ons een werkelijkheid toont die zonder de kunst niet was opgevallen. Kunst verheldert en reveleert. In deze versnellende tijden is dat onze kunst.
Resonantie bevorderen tussen partners, in gezinnen, bij individuen is wat we zoeken. We kennen de voorwaarden, en tegelijk blijven we ontroerd door de onvoorspelbaarheid en het wonder van de beweging.
Daarom tot slot:
Ik ben vereerd mij hier onder kunstenaars te bevinden. Ik hoop dat jullie deze resonantie en eer vandaag ook bij elkaar ervaren.

























Opmerkingen